HANGAR 1

A German hangar from 1942 at Volkel Air Base

Samengesteld door vrijwilligers van de “Traditiekamer Typhoon”, vlb. Volkel,
met informatie van de Traditiekamer en de “Studiegroep Luchtoorlog, 40-45”.

De vliegbasis Volkel is als Nachtlandeplatz aangelegd in de tweede helft van 1940. In de jaren daarna werd het veld uitgebouwd tot een heuse Fliegerhorst. Daartoe werden op drie verschillende locaties in totaal 43 hangaars gebouwd.
9  T-hangaars
1  Stolp-hangaar
1  Boogdak-hangaar
3  Deisel hangaars met 8 spanten
28  Deisel hangaars met 4 spanten en
1  hangaar die we nog niet geïdentificeerd hebben.
Hierdoor was het veld geschikt voor de ontvangst van de toestellen van een Tagjagdgeschwader, Nachtjagdgeschwader of Kampfgeschwader. Dit waren Bf 109’s, FW 190’s, Bf 110’s of Ju 88’s. De T-hangaar was zo groot dat een FW 200 er in gepast zou hebben.

Fliegerhorst Volkel volgens de RAF op 2 october 1942

De hangaar met het stolpdak en de hangaar met het boogdak hebben waarschijnlijk de functie van Werft gehad. De boogdakhangaar had deze functie ook op Deelen, Gilze-Rijen en andere Nederlandse vliegvelden. De inwendige afmetingen waren 50 x 30 meter. De boogdakhangaar is opgebouwd uit geheel stalen spanten. Het is tot nu toe onduidelijk door welke firma deze hangaars zijn gebouwd . Opvallend is wel dat op Volkel in de overige hangaars zoveel beton als constructiemateriaal gebruikt werd. Zo bestond de T-hangaar uit een gewapend betonnen skelet dat ter plaatse werd gegoten, voorzien van een houten dak en schuif- of harmonicadeuren. Van deze T-hangaars is nog één betonnen skelet overgebleven. Zie foto hieronder.

De enig overgebleven hangaar uit de periode 1940 – 1945 op de vliegbasis Volkel is een hangaar met acht spanten gebouwd door de firma Deisel uit Duisburg. Van deze verwarmde acht spanten hangaars was er één in iedere area aanwezig voor het dagelijkse onderhoud. Deze heeft heden ten dage nog de functie van hangaar.

De firma Deisel bouwde op Volkel 31 hangaars volgens het zelfde constructie systeem.
Gemetselde muren en steunpilaren met daarop een massief bevestigingsblok. Naar buiten ondersteund door een steunbeer. Hierop werden twee zelfdragende betonnen spanten geplaatst. Door de juiste vormgeving van het spant en het bevestigingsblok werden alle drukkrachten netjes verdeeld. Het spant werd zijwaarts stabiel gemaakt door stalen dwarsliggers. Vraag blijft of deze betonnen spanten

gewapend waren met betonijzer of niet.

Door het aantal spanten te variëren in de diepte van de hangaar was het mogelijk een hangar voor operationele of onderhoudswerkzaam- heden te bouwen.

Op Volkel werden drie varianten van de Deisel hangaar geplaatst:
– Vier spanten, aan de achterzijde enkele ruimten voor verwarming of werkplaatsen.
– Vier spanten, aan de achter zijde een extra ruimte bij de hangar waarin de staartsectie van grotere vliegtuigen paste. Eventueel verwarmd.
– Acht spanten, met een aanbouw aan de achterzijde voor verwarming en/of werkplaatsen.

De Deisel hangaar die nu nog op Volkel staat, is van het type: acht spanten, met een kleine aanbouw voor een verwarmingssysteem. Hij heeft een breedte van 43,8 m, diepte 28,9 m en een hoogte van 10,95 m.

Na enkele grote bombardementen in 1944 was de infrastructuur van de vliegbasis Volkel zodanig beschadigd dat de Luftwaffe operationeel gebruik van het veld niet langer mogelijk achtte. De laatste toestellen vertrokken begin september 1944. Na het vertrek van de Duitsers heeft een Sprengkommando alle nog bruikbare gebouwen inclusief de hangaars opgeblazen.

 

 

 

Een vierspanten Deisel hangaar
gefotografeerd na vertrek van de Duitsers.

 

 

 

 

 

 

 

Waarom de Deisel hangaar, de huidige H-1, gespaard gebleven is ons niet duidelijk geworden. Er was wel flinke schade aan het dak door brand, ontstaan door een geallieerde bom, die schuin achter de aanbouw is gevallen tijdens één van de bombardementen.
Hieronder een beeld van de hangaar S 7 (Süd 7) in operationeel gebruik in september 1944, vlak voordat de Duitsers Volkel verlaten.

In de periode direct na het vertrek van de Duitsers zijn veel bruikbare materialen door omwonenden weggehaald en gebruikt voor het herstel van hun eigen oorlogschade.
Na enkele jaren gebruikt te zijn geweest door het Korps Mariniers zijn in 1949 de eerst stappen gezet om van de voormalige Fliegerhorst weer een vliegveld te maken voor de snel groeiende Nederlandse Luchtstrijdkrachten. In de tussenliggende periode is veel gesloopt en puin geruimd. De grote booghangar was niet meer te herstellen. Alle andere hangaars waren te zwaar beschadigd voor herstel.
Alleen de hangaar H-1 kon na het plaatsen van een nieuw dak weer in gebruik worden genomen. Bij deze herbouw werd er ook een grote aanbouw aan de achterzijde gemaakt. De voormalige verwarmingsruimte met de kolenopslag werd hierin geïntegreerd. Bij de naoorlogse verbouwing werd er op een deel van de aanbouw een verdieping geplaatst. Nu is alleen nog aan de grote schoorsteen te zien dat hier een verwarmingsruimte is geweest.

De bouw van de Deisel hangaar in 1942 is goed te volgen aan de hand van een serie foto’s uit het Bundesarchiv in Koblenz, waarop Erwin van Loo ons attent maakte.

Eerst werd op de aangelegde fundering de achter en zijmuren met de steunberen gemetseld. Daarna kon worden begonnen met het aanbrengen van de betonnen kapspanten.

Bij de bouw werd gebruik gemaakt van vooraf gefabriceerde betonnen spanten. Deze werden vanaf de betonfabriek, per vrachtwagen naar de bouwplaats op het vliegveld gebracht.

Bij het gieten van de betonnen spanten werd de productie datum in het nog zachte beton geschreven. Deze zijn tegen-woordig nog goed zichtbaar.

Het was belangrijk dat voor het verplaatsen van een spant deze verstevigd werd met een stalen balk. Deze moest voorkomen dat de spant teveel zou doorbuigen waardoor het beton kon gaan scheuren en zelfs breken. Niet voorgespannen beton mag alleen op druk belast worden.

Op de grond werden de spanten, op rails, in de te monteren volgorde en samenstelling gereedgelegd voor montage.

Aan de hand van deze foto is de locatie van het bouwterrein van deze hangaar vast te stellen. De toren van het dorp Zeeland is op de achtergrond goed zichtbaar. We kijken dus in noordelijke richting. Op de achtergrond de vrachtwagen die de spanten naar de hangaar in aanbouw moet brengen.


Hier wordt een spant op de vrachtwagen gelegd om in de hangaar geplaatst te worden.

Rechts hangt een spant al in de touwen. Zijn contradeel staat nog op de vrachtwagen.

Acrobatiek in de nok van de hangaar en alles zonder vangnet.

Direct na het aanbrengen van de betonnen kapspanten werd voor de zijwaartse stabiliteit het dak aangebracht.

Houten palen ondersteunen de aangebrachte kapspanten.
De muren aan de voorzijde van de hangaar worden verder opgemetseld.

De deuren werden door de machinefabriek Rörink & van der Broek uit Enschede aangebracht.

 

Voor de versterking van het deur-geleidingsysteem zijn er bij de hangaar gemetselde steun-beren geplaatst die uniek zijn in hun soort.

 

Waarschijnlijk vondt de Bauleitung de “standaard” ondersteuning te fragiel en heeft men later een gemetselde ondersteuning aangebracht. Het is enigszins onduidelijk wanneer deze zijn geplaatst. Gezien de gebruikte stenen en het metsel-verband vermoedelijk al tijdens de bouw in 1942.

 

 

 

 

 

 

 

 

Op deze foto, genomen in november 2009, zijn de steunberen te zien aan de linkerzijde van de hangaar.

 

 

 

 

 

Na de oorlog heeft het BABOV( Bureau Aanleg, Beheer en Onderhoud van Vliegvelden een onderdeel van de Genie) van de hangaar een tekening gemaakt zoals hij in 1945 was en een zoals hij moest worden, na alle reparaties.

Gelukkig heeft de BABOV na de oorlog op vrijwel alle Nederlandse vliegvelden tekeningen gemaakt van de gebouwen die men daar heeft aangetroffen. Velen zijn hiervan bewaard gebleven.

De Deisel hangaar wordt nu gebruikt door de Zweefvliegcombinatie Uden/Volkel en een onderdeel van de Traditiekamer “Typhoon” , de H.V.V. Historische Vliegtuigen Volkel.

Bas Leusink en Jaap Woortman